Op 16 juni jl. heeft minister Hugo de Jonge de ‘Voortgangsrapportage Programma versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving’ van het ministerie van BZK naar de Tweede Kamer gestuurd. In dit uitgebreide rapport, afgekort PVGO, wordt de voortgang van de beleidsresultaten tot nu toe gerapporteerd en wordt er vooruitgeblikt. Een samenvatting:
Inleiding
Afgelopen jaar is de versnelling ingezet van de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het aardgasverbruik is in 2022 naar schatting 25% gedaald bij huishoudens, 10% als gevolg van de hogere temperaturen, 15% door minder stoken (circa 2,5 Mton reductie). Die versnelling is deels toe te schrijven aan de toename van het aantal fysieke maatregelen dat is getroffen, met onder andere isolatiemaatregelen en geïnstalleerde (hybride) warmtepompen (circa 2 procentpunt). Dat is ook zichtbaar in de energielabelverdeling van de woningvoorraad. De rest (circa 13 procentpunt) van de reductie is toe te schrijven aan zuiniger stookgedrag, waarvan circa 5 procentpunt structureel wordt verondersteld (KEV 2022).
Doelstelling en kernindicatoren Vanuit het coalitieakkoord was de indicatieve doelstelling voor de gebouwde omgeving een restemissie van 13.2 Mton CO₂ (equivalenten) in 2030. Om dit te bereiken zijn in het PVGO de volgende beleidsdoelen geformuleerd.
Binnen deze aantallen zullen 1,5 miljoen woningen binnen een wijkaanpak onder regie van gemeenten worden verduurzaamd of aardgasvrij worden gemaakt, als afgesproken in het Klimaatakkoord. Hierbij gaat het onder meer om de 500.000 warmtenetaansluitingen, wijken die collectief op elektrische warmtepompen overstappen en woningen die binnen de lokale aanpak van het nationaal isolatieprogramma worden geïsoleerd.
Warmtepompen
Het aantal warmtepompen neemt zeer snel toe. Volgens CBS9 was eind 2021 het aantal opgestelde warmtepompen in woningen 303.000; eind 2022 waren dat er 406.000. Van de ca. 100.000 nieuw opgestelde warmtepompen is ongeveer de helft geplaatst bij nieuwbouw en de helft bij bestaande bouw. Hiervan zijn in de bestaande bouw 22.000 hybride warmtepompen. Dit betekent juist ook voor bestaande bouw een sterke groei in het aantal opgestelde warmtepompen.
(Bron: Vereniging Warmtepompen: Groei warmtepompen in bestaande woningen zet door! | Vereniging Warmtepompen (warmte-pompen.nl)
Op basis van zowel de verkoopcijfers als de ISDE aanvragen is een verdere groei van het aantal warmtepompen te zien in Q1 2023. In het eerste kwartaal van 2023 is een recordaantal van 42.000 warmtepompen verkocht.
Wijkaanpak
PBL heeft de Transitievisies Warmte geanalyseerd en onderzocht voor hoeveel woningen en utiliteitsgebouwen (gemeten in woningequivalenten(weq)) plannen zijn ontwikkeld, in welke fase van het planproces de verschillende plannen zijn, en welke techniek of technieken worden beoogd.
Op basis van deze analyse blijkt dat er in de TVW’s plannen zijn om in totaal 1,7 miljoen woningen en utiliteitsgebouwen te verduurzamen voor 2030. Dit ligt ruim boven de beoogde 1,5 miljoen zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. Op het peilmoment begin 2022 lag er voor 450.000 woningen en utiliteitsgebouwen een definitief uitvoeringsplan, en was dat voor 90.000 in ontwikkeling.
Figuur 7 laat het aantal woningen en gebouwen zien dat volgens de plannen voor 2030 wordt na-geïsoleerd of wordt voorzien van een nieuwe aardgasvrij (ready) installatie: Voor 660.000 woningen en utiliteitsgebouwen is verduurzaming door isolatie voorzien, waarvan voor circa 180.000 een definitief uitvoeringsplan is. Bijna 400.000 woningen en utiliteitsgebouwen zullen volgens de plannen vóór 2030 worden aangesloten aan een warmtenet, circa 80.000 zullen worden voorzien van een volledig elektrische warmtepomp, en nog eens 80.000 van hybride warmtepompen. Voor circa 500.000 woningen en overige gebouwen worden (nog) meerdere technische oplossingen genoemd. Er zijn dus veel plannen in ontwikkeling, maar een groot deel van de plannen moet nog concreter worden uitgewerkt.
Programma (hybride) warmtepompen
Het doel van de beleidsinzet in deze actielijn is het realiseren van 1 miljoen (hybride) warmtepompen in de bestaande bouw in 2030.
Resultaten en ontwikkelingen in de markt In 2022 is er versnelling zichtbaar in het aantal verkochte en geïnstalleerde (hybride) warmtepompen. In de bestaande bouw zijn ongeveer 22.000 hybride en 25.000 volledig elektrische warmtepompen geïnstalleerd. Dit is een stijging van ruim 50% ten opzichte van 2021 (Bron: Vereniging warmtepompen). Deze stijging zet zich door in 2023: in de eerste drie maanden van 2023 zijn al zo’n 42.000 nieuwe warmtepompen verkocht.
Er zijn of worden de komende maanden extra productielijnen geopend bij tenminste drie fabrikanten. Daarbij zorgen fabrikanten ook voor extra opleidingsfaciliteiten voor monteurs. Ook vanuit Techniek NL wordt hard gewerkt aan het opleiden van warmtepompmonteurs, onder andere door het uitbreiden van het aantal opleidingslocaties. Er is een mbo-deelcertificaat voor hybride warmtepompen, hierdoor kunnen verwarmingsmonteurs overal bijscholen en kunnen zij-instromers sneller aan de slag. Vanuit de sector zijn de signalen positief dat de doelen met haalbaar zijn.
Er komen innovatieve producten op de markt die ervoor zorgen dat een warmtepomp op steeds meer plaatsen kan worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan oplossingen voor appartementsgebouwen, stillere warmtepompen of warmtepompen die in het dak kunnen worden weggewerkt.
Beleidsresultaten Actieplan (hybride) warmtepompen
In juni 2022 is het Actieplan (hybride) warmtepompen 2022-2024 gelanceerd. Belangrijk onderdeel van het plan is het terugbrengen van de installatietijd. Hiervoor is er in 2022 een MOOI subsidie toegekend aan Team Duurzaam Installeren (TDI) om zo de opschaling van 500 duurzame verwarmingsinstallaties per dag te faciliteren.
Normering van verwarmingsinstallaties
Ter ondersteuning van de verdere opschaling worden vanaf 2026 bij de vervanging van een cv-ketel door een efficiënter alternatief en is een aanscherping van het Bouwbesluit. Aan de nieuwe eis kan worden voldaan met minimaal een goed presterende hybride warmtepomp en een goed ingeregeld verwarmingssysteem. Op 1 mei 2023 is er een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de reikwijdte en de uitzonderingen van de normering verder zijn uitgewerkt. De internetconsulatie voor de regelgeving is gepland in Q4 2023, inwerkingtreding is voorzien voor 1 januari 2026.
In de erkende maatregelenlijst die bij de Energiebesparingsplicht gebruikt wordt, is ook de maatregel hybride warmtepomp opgenomen. Het is in sommige gevallen een rendabele maatregel voor bedrijven en organisaties en daarom verplicht om te nemen per 1 juli 2023.
Warmtepompen voorlichtingscampagne
Om zorg te dragen dat alle betrokkenen (bewoners, gebruikers, gemeenten, installateurs etc.) bekend zijn met de (hybride) warmtepomp, is er afgelopen december een campagne warmtepompen gestart en loopt door tot en met 2024. Komende jaren zal de normering verwarmingsinstallaties hierin worden meegenomen. De informatievoorziening voor (hybride) warmtepompen op verbeterjehuis.nl is afgelopen jaar verbeterd.
We werken aan het verbeteren van inzicht over productie- en installatie kosten en de wachttijd voor het installeren van een (hybride) warmtepomp. Hier ligt een belangrijke rol voor fabrikanten en installateurs, waarmee wij samen een monitoringstraject ontwikkelen.
Lopende flankerende trajecten
Tot slot is netcongestie bij laagspanningsnetten in relatie tot warmtepompen een actueel onderwerp wat wordt ondergebracht in het Landelijk Actieplan Netcongestie. Netcongestie lijkt met name een aandachtspunt voor zonnepanelen, elektrisch rijden en de volledig elektrische warmtepompen. Hybride warmtepompen lijken met de kennis van nu een beperkte impact te hebben op het net omdat deze op piekmomenten samenwerken met de cv-ketel.
U kunt de volledige rapportage hier vinden: Voortgangsrapportage Programma versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) | Rapport | Rijksoverheid.nl
De begeleidende Kamerbrief van Minister Hugo de Jonge kunt u hier lezen.