Begin 2023 bleek dat de milieukosten van warmtepompen, dus ook bodemwarmtepompen, veel hoger waren dan tot dan toe aangenomen. Daarmee kwam het voldoen aan de milieuprestatie-eis voor nieuwbouwwoningen (MPG) in het geding. Het bleek dat met name twee aspecten waren ‘vergeten’, te weten het koudemiddel en de elektronica.
De branche heeft gedurende 2023 gezamenlijk gewerkt aan het correct bepalen van de milieukosten-indicator (MKI) van een portfolio van warmtepompen met verschillende bronnen, thermische vermogens en koudemiddelen met als doel realistische categorie 2 – merkonafhankelijke en typespecifieke – data te plaatsen in de Nationale Milieu Database. Daarmee kunnen opdrachtgevers bepalen of een nieuwbouwproject voldoet aan de MPG-eis.
Tijdelijke verrekenfactor
Gedurende het jaar 2023 was er een tijdelijke verrekenfactor van kracht waarmee warmtepompen aan de MPG-eis konden blijven voldoen. De Stichting Nationale Milieudatabase (NMD) besloot eind 2023 dat de verrekenfactor per 1 januari 2024 zou vervallen, om plaats te maken voor de bijdrage op basis van de nieuwe productkaarten. De nieuwe bepalingswijze per 1 januari jl. kent één uitzondering: voor warmtepompen met een vermogen van maximaal 4 kWth geldt de verrekenfactor nog langer, omdat nieuwbouwwoningen met een klein vloeroppervlak volgens de huidige bepalingsmethode nog niet kunnen voldoen aan de norm. Het is de bedoeling dat per 1 januari 2025 de verrekenfactor ook voor dit segment kan vervallen om plaats te maken voor een ‘vormfactor’, die rekening houdt met een klein vloeroppervlak. Idealiter wordt dan tevens de positieve bijdrage tijdens het gebruik in de nieuwe bepaling meegenomen.
De branche vindt het belangrijk om de milieu-impact van de (nieuw)bouw te bepalen om daarmee een efficiënte omgang met schaarse materialen te faciliteren, waaronder in de materiaal-intensieve energietransitie. Bepalingsmethoden en normen zouden ambitieus, stimulerend maar haalbaar moeten zijn. Ook voor warmtepompinstallaties moeten deze leiden tot keuzes van efficiënte installaties en tot doorlopende verdere verbetering, terwijl in de verdere uitrol van warmtepompen voor duurzame verwarming (en koeling!) wordt voorzien. Het grote (milieu!) voordeel hiervan zit immers in de gebruiksfase!
Bodemwarmtepompen
Water-water warmtepompen voor individuele woningbouw zijn meegenomen in de categorie 2 kaarten-exercitie. De bodemlus ontbreekt daar nog in, maar zal binnenkort in opdracht van Branchevereniging Bodemenergie i.s.m. Vereniging Warmtepompen eveneens een MKI-bepaling krijgen. Voor bodemenergie is nieuwbouw dé markt en daarmee is het van groot belang om de MKI betrouwbaar te kunnen bepalen. Temeer daar op 1 januari 2025 de bepalingsmethode wordt aangepast o.b.v. een herbepaalde impact op CO2-emissie en de MPG-eis verder wordt aangescherpt. Nederland zet daarbij overigens de gebruikelijke nationale ‘kop’ bovenop de 13 vanuit de EU verplichte categorieën door ook de 6 optionele mee te rekenen.
Grote onzekerheid in de markt frustreert bouwopgave
De consequentie van de beleidsdynamiek rond milieuprestatie sinds eind 2022, die naar verwachting zal voortduren tot minimaal begin 2025, is grote onzekerheid in de markt. De branche had liever een proces gezien waarin een zorgvuldige, feitelijke markt-impactanalyse was gemaakt ten behoeve van een integraal kloppende aanpassing van MPG-normen en bepalingswijze. Daarin zouden ook de huidige praktisch onjuiste aannames in de berekeningen, zoals de levensduur van één generatie warmtepompen van 15 jaar en vijfmaal de originele configuratie gedurende de levensduur van een gebouw, moeten worden aangepast. Ook zullen koudemiddelen bijvoorbeeld aantoonbaar een GWP van maximaal 150 hebben na implementatie van het recente EU F-gassenbesluit.
Wij vrezen dat er onduidelijkheid over (on)mogelijke opties en door (juridische) onzekerheid zal blijven in de markt, ondanks de actuele, gewaardeerde en goed onderbouwde steun van warmtepompen. Dit heeft tot gevolg dat de geambieerde opschaling van nieuwbouw t.b.v. de bouwopgave verder gefrustreerd wordt.
De branche zal zich blijven inzetten voor praktisch kloppende milieu-impactbepaling en ambitieuze, stimulerende en haalbare milieuprestatie-eisen. De branche heeft aan NMD aangeboden hierin graag onze verantwoordelijkheid te nemen.