CBS-rapport Hernieuwbare Energie in Nederland 2020

okt 4, 2021

  1. Bodemenergie
  2.  → 
  3. Nieuws
  4.  → CBS-rapport Hernieuwbare Energie in Nederland 2020

Op 30 september 2021 heeft het CBS nieuwe cijfers gepubliceerd over hernieuwbare energie in Nederland, over 2020. Dit jaarrapport verschijnt één keer per jaar in september. De algehele conclusie uit het  jaarrapport is dat het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik is gestegen van 8,8 procent in 2019 naar 11,1 procent in 2020.

In Europees verband is afgesproken dat Nederland in 2020 uit moest komen op 14 procent hernieuwbare energie. Om alsnog aan deze afspraak te voldoen is in juni 2020 een flexibele overeenkomst met Denemarken afgesloten om 8 tot 16 TWh hernieuwbare energie over te dragen. De meeste hernieuwbare energie, namelijk 54 procent, komt uit biomassa en 23 procent uit windenergie. De bijdrage van zonne-energie is gegroeid naar 14 procent. De overige bronnen als waterkracht, bodemenergie en warmte uit de buitenlucht droegen gezamenlijk 9 procent bij.

Ten opzichte van eerdere CBS-rapportages is de bijdrage van bodemenergie naar beneden bijgesteld, bijvoorbeeld in 2015 van ruim 5 naar iets meer dan 4 PJ. Met ruim 5 PJ in 2020 blijft bodemenergie vér achter bij de historische doelstelling van 16 PJ uit het Energieakkoord van 2013/2014.

Hieronder kunt u de highlights uit de publicatie lezen. Voor de volledige versie verwijzen wij u graag naar de website van het CBS.

Hernieuwbare energie voor warmte

Het verbruik van hernieuwbare energie voor warmte steeg in 2020 met 7 procent ten opzichte van 2019. Het aandeel hernieuwbare energie in de warmtevoorziening groeide naar 7,9 procent. De stijging in het verbruik van hernieuwbare warmte kwam vooral door een toename van de productie van warmte bij het meestoken van biomassa in kolencentrales en door het gebruik van warmtepompen met benutting van buitenluchtwarmte.

Gebruikte databronnen

De cijfers zijn gebaseerd op een zeer diverse reeks databronnen. Lees hierover meer op de website van het CBS. Belangrijke bronnen zijn o.a. de reguliere energie-enquêtes van het CBS. Voor warmtepompen zijn specifieke enquêtes uitgestuurd naar de leveranciers van dergelijke systemen. Warmte/koudeopslag is in kaart gebracht op basis van gegevens over vergunningen van de provincies in het kader van de Grondwaterwet.

Ontwikkelingen hernieuwbare energie totaal

In 2020 was het aandeel hernieuwbare energie 11,1 procent van het eindverbruik van energie. Ondanks een groei van ongeveer 26 procent in het aandeel hernieuwbare energie ten opzichte van 2019 (8,8%) is om de bedoelde 14 procent te behalen de maximale statistische overdracht met Denemarken vereist. Het verbruik van hernieuwbare energie was in 2020 met 220 petajoule 19 procent hoger dan in 2019. Het verbruik van energie uit biomassa, goed voor 54 procent van het totaal aan hernieuwbare energie, nam met 10 procent toe. Er waren daarnaast flinke stijgingen van energie uit zon (+49%), windenergie (+29%) en buitenlucht (+30%). De groei van aardwarmte en bodemenergie bleef in 2020 beperkt tot 9 procent.

Bruto eindverbruik van hernieuwbare energie (PJ)

In onderstaande tabel ziet u de ontwikkelingen in het eindverbruik van hernieuwbare energie vanaf 1990 tot en met 2019, inclusief de voorlopige cijfers van 2020. Uitgedrukt in PJ:

1990 2000 2010 2018 2019 2020**
Waterkracht, totaal (1) 0,3 0,4 0,4 0,3 0,3 0,3
Windenergie, totaal (1) 0,2 2,7 16,2 36,1 38,8 50,2
Op land1) 0,2 2,7 13,5 23,7 26,7 32,3
Op zee1) 2,8 12,4 12 17,9
Zonne-energie, totaal 0,1 0,5 1,2 14,5 20,4 30,5
Zonnestroom 0 0 0,2 13,4 19,2 29,3
Zonnewarmte 0,1 0,5 1 1,2 1,2 1,2
Aardwarmte en bodemenergie . 0,2 2,5 8,1 10,3 11,3
Buitenluchtenergie . 0 0,5 4,7 6,2 8
Biomassa, totaal 21,2 31 71,6 92,6 108,4 119,4
Afvalverbrandingsinstallaties 4,1 9,1 14,1 16,6 16,6 16,7
Bij- en meestoken biomassa in centrales 0,8 12,9 2,9 7,9 19,7
Biomassaketels bedrijven, WKK 0,4 1 4,4 11 14,1 14,9
Biomassaketels bedrijven, alleen warmte 1,7 2,2 5,5 11,5 12,6 13,3
Biomassa bij huishoudens 12,9 14 17,1 16,4 16,3 16,2
Stortgas 0,2 1,1 0,7 0,3 0,3 0,3
Biogas uit rioolwaterzuiveringsinstallaties 1,4 1,8 1,8 2,1 2,2 2,5
Biogas uit co-vergisting van mest (2) 3,4 4,5 5,1 5,7
Overig biogas 0,5 1 2,1 4,5 4,9 5,6
Vloeibare biotransportbrandstoffen 0 0 9,6 22,9 28,4 24,3
Totaal hernieuwbare energie 21,8 34,7 92,4 156,3 184,4 219,6
Aandeel hernieuwbare energie in
bruto energetisch eindverbruik (%)
1,2 1,6 3,9 7,3 8,8 11,1

Bron: CBS
(1) Inclusief normalisatieprocedure uit de EU-Richtlijn hernieuwbare energie
(2) Tot en met 2004 onderdeel van overig biogas
Een punt (.) betekent dat een cijfer onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim is. Niets (blanco) geeft aan dat een cijfer op logische gronden niet kan voorkomen of dat de waarde nihil is.
**Nader voorlopige cijfers
StatLine – Bruto eindverbruik van hernieuwbare energie (cbs.nl)

Ontwikkelingen Bodemenergie

Het gebruik van bodemenergie neemt gestaag toe: sinds 2017 groeide de warmte-onttrekking jaarlijks met ongeveer zeven procent. Vooral in nieuwe grote kantoren is het een veel toegepaste techniek. Het is relatief snel rendabel, omdat in deze gebouwen naast een warmtevraag er vaak ook een behoorlijke koelvraag is en omdat er in nieuwe gebouwen het verwarmings- en koelsysteem direct bij aanleg al aangepast kan worden aan het gebruik van bodemenergie. Ook in de glastuinbouw zijn grote systemen voor bodemenergie in gebruik genomen.
Voor de open systemen is in 2019 in totaal 249 miljoen kubieke meter water rondgepompt; voor 2020 zijn nog geen uitkomsten beschikbaar.

Warmtepompen en bodemenergie

Warmtepompen en bodemenergie worden vaak toegepast in nieuwe gebouwen. Uit een analyse van ontvangen RVO-databestanden met gegevens over aanvragen voor ISDE-subsidie blijkt dat in 2018 voor ongeveer 42 megawatt aan warmtepompen met bodemenergie is geplaatst, in 2019 ongeveer 73 megawatt en 2020 ongeveer 68 megawatt. Voor het grootste deel ging het om warmtepompen bij nieuwe gebouwen of woningen. In 2020 werd ongeveer 66 procent van het vermogen bij woningen geplaatst, de rest bij bedrijven.

De meeste open bodemenergiesystemen staan in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant. Deze verdeling reflecteert in grote lijnen de aanwezigheid van grote gebouwen, die zich goed lenen voor toepassing van warmte/koudeopslag met open systemen.

Klimaatdoelstellingen en bodemenergie

Voor het verminderen van de CO2-uitstoot is de bodem een belangrijke ‘gratis’ bron voor hernieuwbare warmte en koude. Bodemenergie kan daarmee een belangrijke bijdrage aan de klimaatdoelstellingen leveren. Branchevereniging Bodemenergie behartigt hierin de belangen van alle partijen die werken aan bodemenergiesystemen in Nederland. Hiervoor voeren wij op regelmatige basis gesprekken met overheden over o.a. beleid en wet- en regelgeving. Met onze activiteiten dragen wij bij aan een positieve toekomst voor bodemenergie als techniek, die helpt de klimaatdoelstellingen waar te maken.

Bodemenergie: vermeden verbruik van fossiele energie + vermeden CO2-emissie

In de tabel hieronder is duidelijk te zien welk effect het gebruik van bodemenergie heeft op het vermijden van fossiele primaire energie en het vermijden van CO2-emissie:

Jaar Onttrekking van warmte (TJ) Onttrekking van koude (TJ) Bruto eindverbruik (TJ) Vermeden verbruik van fossiele primaire energie (TJ) Vermeden emissie CO2 (kton)
Warmte totaal 1990 .
Warmte totaal 2000 200 156 133 6
Warmte totaal 2005 736 628 443 18
Warmte totaal 2010 2 385 2 183 1 507 66
Warmte totaal 2015 3 796 3 634 2 293 66
Warmte totaal 2018 4 557 4 383 3 072 128
Warmte totaal 2019 4 870 4 715 3 389 167
Warmte totaal 2020** 5 252 5 097 3 655 180
Warmte benut met warmtepompen 2018 4 383 4 383 2 905 118
Warmte benut met warmtepompen 2019 4 715 4 715 3 241 158
Warmte benut met warmtepompen 2020** 5 098 5 097 3 506 171
Warmte benut zonder warmtepompen 2018 174 167 9
Warmte benut zonder warmtepompen 2019 155 149 8
Warmte benut zonder warmtepompen 2020** 155 149 8
Koude 1990 . . .
Koude 2000 292 153 11
Koude 2005 780 405 28
Koude 2010 1 660 876 59
Koude 2015 1 793 949 70
Koude 2018 2 090 1 102 81
Koude 2019 1 794 942 69
Koude 2020** 1 794 942 69
Totaal warmte en koude 1990 . . . .
Totaal warmte en koude 2000 200 292 156 286 17
Totaal warmte en koude 2005 736 780 628 848 46
Totaal warmte en koude 2010 2 385 1 660 2 183 2 383 125
Totaal warmte en koude 2015 3 796 1 793 3 634 3 243 135
Totaal warmte en koude 2018 4 557 2 090 4 383 4 173 208
Totaal warmte en koude 2019 4 870 1 794 4 715 4 331 235
Totaal warmte en koude 2020** 5 252 . 5 097 4 597 249

Bron: CBS
Een punt (.) betekent dat een cijfer onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim is. Niets (blanco) geeft aan dat een cijfer op logische gronden niet kan voorkomen of dat de waarde nihil is.
**Nader voorlopige cijfers

Meer weten over bodemenergie?

Download dan onze overzichtelijke brochure Op bodemenergie kun je bouwen.

Lees hier het uitgebreide rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek